We vinden op de weerkaart heel veel hogedruk terug. Een aaneengesloten gebied van hoge druk strekt zich uit vanaf de Atlantische Oceaan tot ver over Oost-Europa waar het zwaartepunt van deze hogedruk ligt. Het enige betekenisvolle lagedrukgebied ligt tussen IJsland en de kust van Noorwegen. Dat duwt een paar zwakke fronten in de muur van hogedruk en die fronten raken met een zwakke westelijke stroming nog net tot in onze buurt, maar zijn niet of amper actief. Deze situatie verandert de komende dagen weinig tot niets. Tegen het weekeind zou dan een klein lagedrukgebied via de Britse Eilanden een aanval op deze muur van hogedruk doen waarbij deze gedwongen wordt veld te ruimen. Dat lagedrukgebied zou dan in het weekeind via onze omgeving naar het oosten trekken waarachter zich opnieuw een hogedrukgebied vormt.  Dat zou dan tijdelijk een veeg koudere lucht vanuit Scandinavië naar onze omgeving sturen waarbij het begin volgende week tijdelijk wat koeler zou kunnen worden. Zoals ik gisteren al aangaf, is daarbij het erg koude scenario van de operrun helemaal van tafel geveegd en blijft de kou-uitbraak beperkt tot wat ‘frissere’ temperaturen en schakelen we al heel snel weer over naar een zonaal weerbeeld met vrij normale temperaturen voor de tijd van het jaar. Er is slechts nog een handvol lijntjes meer over in het ensemble dat voor koudere opties kiest:

We vinden op de weerkaart heel veel hogedruk terug. Een eerste gebied van hoge druk ligt ten zuiden van ons. Het strekt zich uit vanaf west van Portugal tot diep in de Middellandse Zee. Ook op de Atlantische Oceaan vinden we een hogedrukgebied terug. Verder is er ook hogedruk te vinden boven de Baltische Staten. Het enige betekenisvolle lagedrukgebied ligt in de buurt van IJsland. Dat duwt een paar zwakke fronten in de muur van hogedruk en die fronten raken met een zwakke westelijke stroming nog net tot in onze buurt, maar zijn niet of amper actief. Deze situatie verandert de komende dagen weinig tot niets. Tegen het weekeind zou dan een klein lagedrukgebied via de Britse Eilanden een aanval op deze muur van hogedruk doen waarbij deze gedwongen wordt veld te ruimen. Dat lagedrukgebied zou dan in het weekeind via onze omgeving naar het oosten trekken waarachter zich opnieuw een hogedrukgebied vormt.  Dat zou dan tijdelijk een veeg koude lucht vanuit Scandinavië naar onze omgeving sturen waarbij het begin en midden volgende week fors kouder zou worden. Dit … volgens de operationele run. Die maakt het zoals je op de pluim hieronder kunt zien, later in de week zelfs erg bont met erg koude nachten, maar … zoals je ook op de pluim kunt zien, staat deze operationele run (de rode lijn op de grafiek) echt wel heel geïsoleerd en zelfs (bijna) alleen in het ensemble. Er zijn veel (meer) zachtere oplossingen. Gezien de termijn waarop alles moet gebeuren (7 tot 10 dagen vooruit) moeten we hier voorlopig dan ook niet al te veel belang aan hechten. Het kan echt nog wel alle kanten op (bewijst de pluim). Alles zal afhangen van waar het nieuwe hogedrukgebied dat zich volgende week vormt zal terechtkomen en dat is nu nog veel te vroeg om al met zekerheid te zeggen. Even afwachten hoe het zich allemaal verder ontwikkelt is de boodschap. Waarschijnlijk zullen we enkele “koelere” dagen krijgen, maar hervallen we daarna al heel snel weer in een westelijke circulatie.

Een hogedrukgebied strekt zich uit vanaf de Atlantische Oceaan tot aan de Alpen. Het heeft een uitloper richting de Noorse Zee. Lagedrukgebieden vinden we terug ten westen van IJsland enerzijds en boven de Baltische Staten anderzijds. Wij leven nog steeds op de noordelijke flank van het eerder genoemde hogedrukgebied. Daarin trekken van tijd tot tijd enkele staartjes van storingen door onze omgeving, maar wel in een west tot zuidwestelijke aanvoer van eerder vrij zachte lucht. De komende dagen verandert er hier weinig aan. Afhankelijk van de hoeveelheid opklaringen kan het in de nachten al eens wat kouder worden, maar de maxima blijven voorlopig wel aan de zachte kant. Tegen het eind van de week zouden we met een nieuwe impuls van hogedruk te maken krijgen die zich boven Scandinavië vormt, waardoor de stroming tegen dan meer aflandig oostelijk zou worden. In dat scenario zou ons tijdelijk een koelere luchtsoort kunnen bereiken met veel lagere maxima terwijl ook de minima dan een stuk lager zouden uitkomen met zelfs lichte nachtvorst. Dit scenario wordt slechts door een deel van de leden van het ensemble ondersteund, waaronder ook de operationele run (zie de pluim). De meeste leden kiezen voorlopig echter voor een zachtere oplossing, waardoor deze verwachting nog uiterst onzeker is. In elk geval, als dit zou doorgaan, is het maar heel tijdelijk want op langere termijn neigen de meeste oplossingen naar het inzetten van een westelijke circulatie met opnieuw zachtere lucht en meer wisselvalligheid:

We zitten nog steeds op de noordflank van een hogedrukgebied dat zich vanaf de Atlantische Oceaan uitstrekt tot over de Alpen. Daardoor is de stroming in het weekeind weer meer westelijk en konden gisteren en vannacht enkele staartjes van storingen onze regio weer bereiken. Volgende week blijft dit hoog dicht in de buurt zitten en krijgt ook bijstand van nieuwe impulsen van hogedruk die vanaf de Oceaan richting Europa komen, maar de liggen van de kern van hogedruk is niet in alle oplossingen gelijk. De ene oplossing geeft een kern vlak in onze buurt terwijl een andere oplossing de kern veel zuidelijker of wat noordelijker legt. Tegen het eind van de week vinden we zelfs duidelijk twee grote kernen van hogedruk terug. Eentje boven het oosten van Europa en een ander ergens ten westen van of in onze buurt. Vandaar dat de pluim later in de nieuwe week een beetje alle richtingen uitwaaiert. In alle oplossingen blijven we wel onder invloed van een hogedrukgebied zitten, maar afhankelijk van de uitdraai, zitten we soms dichter of verder bij staartjes van storingen met meer of minder bewolking, wat de grote spreiding in temperaturen verklaart (vooral in de nachten). Eén cluster gaat zelfs voor erg koele nachten met algemene nachtvorst, maar zo’n vaart zal het wellicht niet lopen want dit cluster is in de minderheid. Het tekent wel de grote onzekerheid vanaf het midden van de komende week:

We zitten op de noordflank van een hogedrukgebied dat zich vanaf de Atlantische Oceaan uitstrekt tot over de Alpen. Daardoor wordt de stroming in het weekeind weer meer westelijk en kunnen enkele staartjes van storingen onze regio weer bereiken. Vooral vandaag en vannacht is dat het geval. Volgende week blijft dit hoog dicht in de buurt zitten en krijgt ook bijstand van nieuwe impulsen van hogedruk die vanaf de Oceaan richting Europa komen, maar de liggen van de kern van hogedruk is niet in alle oplossingen gelijk. De ene oplossing geeft een kern vlak in onze buurt terwijl een andere oplossing de kern veel zuidelijker of wat noordelijker legt. Tegen het eind van de week vinden we zelfs duidelijk twee grote kernen van hogedruk terug. Eentje boven het oosten van Europa en een ander ergens ten westen van of in onze buurt. Vandaar dat de pluim later in de nieuwe week een beetje alle richtingen uitwaaiert. In alle oplossingen blijven we wel onder invloed van een hogedrukgebied zitten, maar afhankelijk van de uitdraai, zitten we soms dichter of verder bij staartjes van storingen met meer of minder bewolking, wat de grote spreiding in temperaturen verklaart (vooral in de nachten) vanaf midden volgende week. Eén cluster gaat zelfs voor erg koele nachten met algemene nachtvorst, maar zo’n vaart zal het wellicht niet lopen want dit cluster is in de minderheid. Het tekent wel de grote onzekerheid vanaf het midden van de komende week:

Op de Atlantisch Oceaan vinden we een hogedrukgebied terug. Dit hoog komt geleidelijk via de Britse Eilanden dichterbij en breidt zijn invloed op ons weer de komende dagen uit. Voorafgaand daarvan hebben we vandaag eerst nog enkele laatste buitjes te verwerken die snel oostwaarts zullen wegtrekken. In het weekeind kantelt het Britse hoog van een zuid-noord richting naar een west-oost richting waarbij het geleidelijk met kern ten zuiden van ons terecht zal komen. Daardoor wordt de aanvankelijk naar noord tot noordwest gedraaide stroming in het weekeind weer westelijk en kunnen enkele staartjes van storingen onze regio weer bereiken. Volgende week blijft dit hoog dicht in de buurt zitten en krijgt ook bijstand van nieuwe impulsen van hogedruk die vanaf de Oceaan richting Europa komen, maar de liggen van de kern van hogedruk is niet in alle oplossingen gelijk. De ene oplossing geeft een kern vlak in onze buurt terwijl een andere oplossing de kern veel zuidelijker of wat noordelijker legt. Vandaar dat de pluim later in de nieuwe week een beetje alle richtingen uitwaaiert. In alle oplossingen blijven we wel onder invloed van een hogedrukgebied zitten, maar afhankelijk van de uitdraai, zitten we soms dichter of verder bij staartjes van storingen, wat de grote spreiding in temperaturen verklaart vanaf midden volgende week:

Op de Atlantisch Oceaan vinden we een hogedrukgebied terug dat zich tot aan IJsland uitstrekt. Dit hoog komt geleidelijk via de Britse Eilanden dichterbij en breidt zijn invloed op ons weer de komende dagen uit. Vandaag hebben we echter nog te maken met lagedrukgebiedjes die zich nog boven Europa bevinden. Meest van belang is een klein laagje nabij de Nederlandse Wadden dat overdag geleidelijk via de Noordzee dichter naar ons toekomt en uiteindelijk al oplossend zuidoostwaarts zal wegtrekken. Rondom dit laag zitten tal van buien, al dan niet geclusterd of opgelijnd, die vandaag ons weerbeeld zullen bepalen. In het weekeind kantelt het Britse hoog van een zuid-noord richting naar een west-oost richting waarbij het geleidelijk met kern ten zuiden van ons terecht zal komen. Daardoor wordt de aanvankelijk naar noord draaiende stroming in het weekeind weer westelijk en kunnen enkele staartjes van storingen onze regio weer bereiken. Volgende week blijft dit hoog dicht in de buurt zitten en krijgt ook bijstand van nieuwe impulsen van hogedruk die vanaf de Oceaan richting Europa komen, maar de liggen van de kern van hogedruk is niet in alle oplossingen gelijk. De ene oplossing geeft een kern vlak in onze buurt terwijl een andere oplossing de kern veel zuidelijker of wat noordelijker legt. Vandaar dat de pluim vanaf het weekeind een beetje alle richtingen uitwaaiert. In alle oplossingen blijven we wel onder invloed van een hogedrukgebied zitten, maar afhankelijk van de uitdraai, zitten we soms dichter of verder bij staartjes van storingen, wat de grote spreiding in temperaturen verklaart vanaf begin volgende week:

Een verder aan invloed afnemende depressiekern ligt voor de Noorse kust en trekt geleidelijk aan verder noordwaarts weg. Diverse subkernen van dit laag liggen in de buurt van Denemarken en Zweden. Boven Frankrijk ligt ook een lagedrukkern die nog bij dit complexe laag hoort met daaraan verbonden een storing. Wij zitten tussen beide systemen in een soort van zadelgebied met weinig stroming. De stroming die er is, is zwak noordwestelijk waarmee enkele buien vanaf de Noordzee overdag geleidelijk dichterbij komen. Op de Atlantisch Oceaan vinden we een hogedrukgebied terug dat zich tot aan IJsland uitstrekt. Dit hoog komt geleidelijk via de Britse Eilanden dichterbij en breidt zijn invloed op ons weer de komende dagen uit. In het weekeind kantelt dit hoog van een zuid-noord richting naar een west-oost richting waarbij het geleidelijk met kern ten zuiden van ons terecht zal komen. Daardoor wordt de aanvankelijk naar noord draaiende stroming in het weekeind weer westelijk en kunnen enkele staartjes van storingen onze regio weer bereiken. Volgende week blijft dit hoog dicht in de buurt zitten en krijgt ook bijstand van nieuwe impulsen van hogedruk die vanaf de Oceaan richting Europa komen, maar de liggen van de kern van hogedruk is niet in alle oplossingen gelijk. De ene oplossing geeft een kern vlak in onze buurt terwijl een andere oplossing de kern veel zuidelijker of wat noordelijker legt. Vandaar dat de pluim vanaf het weekeind een beetje alle richtingen uitwaaiert. In alle oplossingen blijven we wel onder invloed van een hogedrukgebied zitten, maar afhankelijk van de uitdraai, zitten we soms dichter of verder bij staartjes van storingen, wat de grote spreiding in temperaturen verklaart:

Een depressie met kern intussen tussen Schotland en de Noorse kust, beïnvloedt nog steeds ons weer.  Op de Atlantische Oceaan ontwikkelt zich intussen een hogedrukgebied dat ervoor zorgt dat de stroming in de loop van de week steeds meer westelijk en later noordwestelijk tot noordelijk zal worden. Daardoor komen we ook steeds dieper in koelere lucht terecht.  Tegen het eind van de week schuift het hogedrukgebied dichterbij en wordt het kalmer en droger. Echt actieve storingen zitten er voor ons de komende tijd niet meer in, het gaat vandaag en de komende dagen vooral om de ontwikkeling van buien die een voorkeur hebben voor de kustgebieden. De buien verdwijnen dan tegen het eind van de week geleidelijk uit het weerbeeld. Op langere termijn zakt het hoog geleidelijk zuidwaarts weg waardoor we opnieuw in een west tot zuidwestelijke stroming zouden terechtkomen met wisselvalligheid en opnieuw wat zachtere temperaturen. Een aantal leden laat het hoog echter dicht bij ons in de buurt bivakkeren wat dan zou leiden tot mooiere dagen, maar wel koelere nachten. We zien deze opties vanaf volgend weekeind in de pluim verschijnen, maar of het echt die kant op gaat, is nog te vroeg om al met zekerheid te zeggen:

Een diepe depressie met kern in de buurt van Schotland, beïnvloedt nog steeds ons weer.  Dit sturende laag komt daarbij ook steeds dichter in onze buurt te liggen en schuift via de Britse Eilanden geleidelijk meer en meer richting het Noordzeegebied. Op de Atlantische Oceaan ontwikkelt zich intussen een hogedrukgebied dat ervoor zorgt dat de stroming in de loop van de week steeds meer westelijk en later noordwestelijk tot noordelijk zal worden. Daardoor komen we vanaf vandaag geleidelijk ook in koelere lucht terecht.  Later deze week, wanneer het wat rustiger wordt, zou dat in de nacht mogelijk zelfs tot een lokale eerste lichte nachtvorst kunnen leiden. Tegen het eind van de week schuift het hogedrukgebied dichterbij en wordt het kalmer en droger. Echt actieve storingen zitten er voor ons de komende tijd niet meer in, het gaat vandaag en de komende dagen vooral om de ontwikkeling van buien die een voorkeur hebben voor de kustgebieden. De buien verdwijnen dan tegen het eind van de week geleidelijk uit het weerbeeld. Op langere termijn zakt het hoog geleidelijk zuidwaarts weg waardoor we opnieuw in een west tot zuidwestelijke stroming zouden terechtkomen met wisselvalligheid en opnieuw wat zachtere temperaturen. De pluim toont mooi deze evolutie: