Twintig ruimtevaartorganisaties, waaronder de ESA en de NASA, overleggen deze week over interplanetaire internetverbindingen.

Dergelijke verbindingen zouden nodig zijn om bijvoorbeeld onbemande ruimtevaartuigen te kunnen besturen.

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA verwacht dat het versturen van gegevens door de ruimte complexer gaat worden, bijvoorbeeld doordat Marsrovers en bemande maanbases moeten kunnen communiceren met satellieten. Die netwerken moeten aan elkaar kunnen worden geknoopt. Van 16 tot 19 april overleggen in Duitsland twintig ruimtevaartorganisaties, waaronder naast de ESA onder meer ook de Amerikaanse NASA, in een speciaal comité over de kwestie.

Volgens de ESA wordt onderzocht hoe huidige standaarden die worden gebruikt voor bijvoorbeeld mobiele telefoons en laptops kunnen worden gebruikt bij interplanetaire communicatie. Standaarden zijn nodig om ruimtevaartuigen en grondstations van verschillende ruimtevaartorganisaties te laten samenwerken.

Het probleem met communicatie over grote afstanden is dat de huidige standaarden daar niet op berekend zijn. Zo is het protocol dat voor het leeuwendeel van het internetverkeer wordt gebruikt, tcp/ip, niet geschikt voor interplanetaire communicatie. Een berichtje van de aarde naar Mars zou tussen de 3,5 en 20 minuten onderweg zijn; een simpele ping zou dus al twee keer zo lang duren.

In 2008 testte de NASA daarom een eigen protocol, disruption tolerant networking, waarbij rekening wordt gehouden met de uitval van verbindingen. In hetzelfde jaar fungeerde de Mars Express van de ESA al als relay voor een Marslander van de NASA. De Nederlandse astronaut André Kuipers zal vanuit het International Space Station bij wijze van proef een robot op aarde besturen.

Bron: tweakers.net – Joost Schellevis 16/04/2012