Het is weer eens zover. We hebben dit jaar met een schrikkeldag te maken, maar hoe komt dat nu eigenlijk?

Wel: alles heeft te maken met de omloop van de aarde om de zon. Die omloopbaan bedraagt niet exact 365 dagen, maar om heel precies te zijn, is dat 365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 45,1814 seconden. We zouden nu natuurlijk ook kunnen zeggen dat we ons dat niet aantrekken en dat verschil gewoon laten lopen, maar dan zouden we op den duur erg veel gaan afwijken van de normale seizoensindeling. Laat dat nu trouwens ook zijn wat er in het verleden is gebeurd. We werkten toen met de Juliaanse kalender. Tot we gekozen hebben voor de invoering van de Gregoriaanse kalender. Op een bepaald moment heeft men toen die correctie in één keer ingevoerd (onder, jawel: paus Gregorius in 1582 …). Men heeft toen in één keer 12 dagen overgeslagen. Donderdag 4 oktober 1582 werd toen gevolgd door vrijdag 15 oktober 1582. Zo liep men weer gelijk met het tropische jaar (omwenteling van de aarde rond de zon). Overigens was er in die tijd nog geen sprake van één Europa, zodat niet alle landen deze correctie op hetzelfde moment ingevoerd hebben. Je kan nog verwijzingen vinden naar die oude kalender in sommige oude weerspreuken. Zo spreken spreuken van Sint-Lucia in december (10 december) al van het lengen van de dagen, terwijl dat pas rond de 21ste het geval is. Daarin zie je dus nog de invloed van de Juliaanse kalender.

Sindsdien en om te vermijden dat we opnieuw een afwijking zouden gaan krijgen ten opzichte van het tropische jaar, werd het schrikkeljaar ingevoerd. Dat houdt dus in dat we om de vier jaar een extra dag invoeren om die 5 uur, 48 min en 45 sec. in te halen. De aandachtige lezer ziet hier meteen ook dat het niet om exact 6 uur gaat, zodat we met een extra dag van 24 uur om de vier jaar, ook weer niet helemaal juist zitten. Om dat op te lossen, zijn de eeuwjaren vrijgesteld van deze schikkeldagen. Behalve echter … Als ze deelbaar zijn door 400 want anders komen we ook niet helemaal juist uit. Het laatste eeuwjaar 2000 was dus wél een schrikkeljaar, 1900, 1800 en 1700 echter niet en ook 2100 zal er geen zijn.

Snelle rekenaars zullen na al deze afwijkingen en correcties uitkomen op het feit dat er na een 100-tal jaar toch alweer een kleine drie kwartier te kort is. Om dat te compenseren zullen we na een aantal duizenden jaren toch ook ergens weer eens een dag moeten overslaan. Misschien dat we dan best voor een maandag kiezen … maar voor de maandaghaters: zo ver zijn we nu nog niet …

Ingewikkeld? Niet echt, maar om het helemaal moeilijk te maken worden er ook van tijd tot tijd nog eens ‘schrikkelseconden’ ingevoerd waarbij we af en toe een seconde overslaan om andere kleine afwijkingen te compenseren die ontstaan door andere factoren zoals het vertragen van de aardrotatie door de invloed van de maan en de precessie van de aardas …